DCD

Plaats reactie
barbara
Berichten: 187
Lid geworden op: 17-05-2011 13:57

DCD

Bericht door barbara » 17-05-2011 16:11

Kinderen met een onhandige motoriek
Soepel bewegen, praten, uit je woorden komen, jezelf aan- en uitkleden, tandenpoetsen, billen afvegen, met mes en vork eten, veters strikken, een bal gooien en vangen, met een pen schrijven etc. etc. Het lijkt allemaal zo gewoon dat kinderen deze vaardigheden leren. Voor sommige kinderen is dat niet zo gewoon. Dat kunnen kinderen zijn met DCD.

DCD staat voor Developmental Coordination Disorder, in het Nederlands vertaald als stoornis in de ontwikkeling van de coordinatie van bewegingen. Dit is een verzamelnaam voor een aantal kenmerken van (licht) gestoorde motorische functies, zoals een lage spierspanning, een grote bewegingsonrust, coordinatieproblemen of problemen met fijnmotorische vaardigheden. Deze problemen kunnen apart voorkomen, maar veel vaker treden ze in combinatie op. DCD lijkt voor te komen bij 5 tot 10 % van de schoolgaande kinderen. Vaak zijn het jongens. In diverse onderzoeken worden verhoudingen genoemd van 4 meisjes tot 10 jongens.

Oorzaak en gevolgen van DCD
De naam DCD zegt niets over de achterliggende oorzaak. Het zegt meer dat er iets met de motoriek aan de hand is, dan wat er aan de hand is. Motorische onhandigheid wordt meestal wel beschouwd als een uiting van een in aanleg niet optimaal ontwikkeld zenuwstelsel.

DCD kan bij kinderen in verschillende situaties problemen geven. Handelingen zoals lopen, klimmen, schrijven of knippen kosten een kind met DCD soms veel moeite. Veel kinderen met DCD werken hierdoor traag of komen niet goed mee op school. Ook vinden ze het vaak moeilijk om met de juiste motoriek te reageren. Bijvoorbeeld om een bal te vangen. Daarnaast zijn er kinderen die zich moeilijk kunnen concentreren en die moeite hebben met het horen, zien en begrijpen van wat er om hen heen gebeurt.

Heeft mijn kind DCD?
DCD, Developmental Coordination Disorder, wordt officieel vast gesteld aan de hand van criteria uit DSM (het internationale handboek met beschrijving van psychiatrische stoornissen).

Volgens de DSM is DCD/dyspraxie te herkennen aan de volgende kenmerken:
* De uitvoering van dagelijkse handelingen, welke motorische coordinatie vereisen, is beduidend slechter dan verwacht", gezien de chronologische leeftijd van een kind en het gemeten intelligentieniveau. Dit kan tot uiting komen in het later bereiken van motorische mijlpijlen (zoals lopen, kruipen, zitten), in het laten vallen van voorwerpen, 'houterigheid', slechte prestaties bij sport, of een slecht handschrift.
* De aandoening beinvloedt zichtbaar de schoolse prestaties of algemene dagelijkse activiteiten.
* De aandoening is niet het gevolg van een medische conditie (zoals cerebrale parese (verlamming) of spierdystrofie), en voldoet niet aan de criteria van een Pervasieve Ontwikkelingsstoornis (PDD-NOS)
* Als er sprake is van mentale retardaties, moeten de motorische problemen ernstiger zijn dan de problemen die normaal gesproken bij mentale retardatie voorkomen.

Hoe wordt DCD vastgesteld?
Signalen van afwijkende motoriek zijn op jonge leeftijd niet eenvoudig te constateren. De ontwikkeling van het zenuwstelsel van jonge kinderen met de daarbij behorende zogenaamde motorische mijlpalen kent een grote variatie.

Bij de helft van de kinderen bij wie later DCD-problemen worden geconstateerd, wordt dat op de peuter- en kleuterleeftijd niet opgemerkt. Aan de andere kant kunnen op jonge leeftijd DCD-problemen worden geconstateerd die later vanzelf verdwijnen.

Om DCD vast te kunnen stellen is observatie en onderzoek nodig van het kind, door bijvoorbeeld een revalidatie- of kinderarts, kinderfysiotherapeut of neuroloog. Op basis hiervan wordt een voorstel gedaan voor een eventuele behandeling van uw kind. Voor observatie door een revalidatie-, kinderarts of neuroloog is een verwijzing nodig van de huisarts. Voor een observatie of test door de kinderfysiotherapeut is dit niet nodig.

Bijkomende stoornissen
Een niet optimaal ontwikkeld zenuwstelsel kan ook gevolgen hebben op andere ontwikkelingsgebieden. Zo hebben kinderen met DCD vaker dan gemiddeld last van spraakstoornissen en problemen bij het zindelijk worden. Daarnaast gaat DCD meer dan gemiddeld gepaard met ADHD, PDD-NOS, het syndroom van Asperger en leerstoornissen en kampen kinderen met DCD meer dan het gemiddelde kind met een laag zelfbeeld.

Wat kan er aan DCD gedaan worden?
Hoewel een deel van de kinderen met DCD over de problemen lijkt heen te groeien, kan onderzoek en/of behandeling wel nodig zijn. Enerzijds omdat ernstige stoornissen met een voortschrijdend karakter (zoals een spierziekte) moeten worden uitgesloten. Anderszijds omdat het belangrijk is nauwkeurig te onderzoeken op welke terreinen de motorische problemen het kind belemmeren in zijn functioneren.

Het soort therapie hangt af van het soort motorische probleem, de leeftijd van het kind, zijn verstandelijke vermogens en de aanwezigheid van eventueel bijkomende stoornissen. Lees meer over bijkomende stoornissen bij Diagnose van DCD.

Behandeling kan bijvoorbeeld bestaan uit extra oefeningen onder leiding van een fysiotherapeut.

Bron: http://www.balansdigitaal.nl/sitemanager.asp?pid=140

Plaats reactie